Psychologie gaat over de eigenschappen en de vraagstukken van de psyche, een oud Grieks woord voor Ziel. De moderne psychologie baseert zich op waarnemen van het gedrag van mensen, op de beleving van de mensen zelf en de kennis uit neuropsychologisch en neurobiologisch onderzoek (van fysiologie, hersenen en zenuwstelsel).
Toch komt met deze ontwikkelde wetenschappelijke methoden alleen ‘de buitenkant’ van de persoon in beeld; de kern van het menselijk wezen, het –ik- en de ziel zijn onstoffelijk en niet direct waarneembaar of meetbaar. Toch zijn –ik- en ziel de oorzaak van het gros van ons functioneren.
Het komt veel voor dat mensen zich psychisch niet goed voelen en/of problemen hebben met een psychische oorzaak. Daarnaast zijn er veel mensen die psychisch lijden door fysieke oorzaken. Om bij dit alles te kunnen helpen ontwikkelde de psychologie een beeld van hoe de psyche werkt en wat hulpverleners ‘er aan kunnen doen’ om de persoon zich goed/beter te laten voelen: Therapie.
Er zijn diverse therapeutische benaderingen en men deed veel onderzoek naar ‘of en hoe het helpt’. Zo ontdekte men dat de kwaliteit van de relatie hulpverlener-cliënt/patiënt en het vertrouwen in de hulpverlener veruit de belangrijkste factoren zijn die een therapie helpend maken. De cliënt-hulpverlener verhouding bepaalt ongeveer 50%, waarnaast slechts 15% van het behandelsucces samenhangt met de therapeutische techniek/methode! Verder zijn de eerste 3 sessies cruciaal voor het slagen van de behandeling: de verbetering die hier plaats heeft/ervaren is bepalend voor het eindresultaat.
Guido Smeding – www.guidosmeding.nl